Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hoor naar Mij, o huis van Jakob, en het ganse overblijfsel van het huis Israels! die [van Mij] gedragen zijt [12]van den buik aan, [en] opgenomen [13]van de baarmoeder af. 11. Dat is, voor wie Ik steeds zorg draag, wiens schut en scherm Ik altoos geweest ben. Zie Ex.19:4; Deut.1:31, en Deut.32:11; Ps.22:11 en Ps.71:6. 12. Of, van [moeders] buik af. De zin is: Ik ben met u bezwaard geweest, als ene moeder met haar kind, en heb u beschermd en verzorgd van uw eersten oorsprong af. 13. Dat is, zo haast als gij geboren zijt.